Organisaties kunnen duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers niet langer negeren. Natuurlijk was het altijd al belangrijk dat oudere medewerkers zo lang mogelijk goed bleven functioneren. Maar inmiddels zijn duurzaam inzetbare medewerkers voor organisaties van levensbelang.
Vier redenen waarom duurzame inzetbaarheid zo belangrijk is
1. Je medewerkers moeten langer doorwerken
Tot ruim tien jaar geleden boden veel bedrijven VUT-regelingen aan. Dat maakte dat werkgevers zich minder bekommerden over de ontwikkeling van medewerkers vanaf een jaar of 55. Ze konden zich de luxe verantwoorden om te denken: laat deze medewerker zo nog maar een jaartje of zeven zo doorgaan, en dan kan hij of zij met de VUT. Nu werkt zo’n laconieke houding totaal niet meer. Tegenwoordig werken medewerkers door tot hun 67e of 68e. Dat betekent dat iemand van 55 jaar nog dertien jaar bij het bedrijf kan blijven.
2. Automatisch doorstromen naar managementfuncties is verleden tijd
Organisaties zijn platter aan het worden. Het aantal managementlagen neemt af en werken in -min of meer- zelfsturende teams is populair. Dat betekent in veel gevallen dat medewerkers niet meer automatisch kunnen doorstromen naar managementfuncties. Ze blijven dus als professional aan het werk. Alleen veranderen de eisen aan hun baan. En terwijl jongeren nog heel ‘kneedbaar’ zijn en adaptief voor technologische vernieuwing, hebben ouderen hier soms wat meer moeite mee en zullen ze meer geprikkeld en ondersteund moeten worden.
3. Een oudere medewerker neemt niet snel zelf ontslag
Jongeren met een goed opleidingsniveau jobhoppen graag. Dat is logisch. Ze zijn populair op de arbeidsmarkt en hebben een grote keuzevrijheid. Het kan hen veel opleveren om regelmatig van werkgever te veranderen. Boven de 50 jaar zullen medewerkers echter geneigd zijn om te blijven hangen bij hun werkgever. In de eerste plaats omdat ze minder gewild zijn op de arbeidsmarkt. Ze zouden dan zekerheid inruilen voor een grote mate van onzekerheid. ‘Oudere’ mensen, vaak ongeacht hun opleidingsniveau, worden niet zo makkelijk ergens anders aangenomen. En zeker niet voor de salarissen die ze nu verdienen en met de rechten die ze hebben opgebouwd. Werkgevers zullen een manier moeten vinden om deze medewerkers toch betrokken en bevlogen te houden.
4. Medewerkers moeten mee veranderen
Vroeger ging de vakbekwaamheid van medewerkers een leven lang mee. Tegenwoordig verouderen kennis en ervaring veel sneller. Omdat de technologie voortdurend verandert, wijzigt ook de inhoud van het werk continu. Daarom hebben afgestudeerde jongeren vaak meer relevante kennis dan ouderen met decennia werkervaring. Voor iemand van 55 jaar is het hoe dan ook niet mogelijk om de rest van zijn carrière – 13 jaar dus! – precies hetzelfde werk te blijven doen. Hij of zij kan alleen duurzaam inzetbaar zijn door mee te veranderen.
Luisteren naar je medewerkers
Organisaties hebben er dus alle baat bij om hun medewerkers gezond, betrokken en bevlogen te houden. In alle fasen van hun dienstverband. Alleen… hoe bereik je dat? Door hen duidelijk te maken wat je van ze verwacht, naar ze te luisteren en hen te ondersteunen in hun persoonlijke ontwikkeling. Medewerkers ervaren hierdoor meer werkplezier en presteren beter. Wij geloven dat organisaties die luisteren naar de ideeën van hun medewerkers duurzaam succesvoller zijn.
Medewerkers moeten daarnaast hun bewustzijn vergroten. Wat nu goed werkt, is over tien jaar waarschijnlijk irrelevant. Let daarom bij beoordelingsgesprekken ook op de inspanningen van een medewerker om zichzelf te ontwikkelen. Los van het algehele functioneren. Er zijn verschillende manieren om je medewerkers duurzaam inzetbaar te maken. In een volgende blog ga ik daar graag dieper op in.