30% van de Nederlandse medewerkers vindt dat er efficiënter gewerkt kan worden in hun organisatie. 42% is neutraal over de efficiëntie bij zijn of haar werkgever en 28% heeft het gevoel dat de organisatie al efficiënt functioneert. Dat blijkt uit recent, grootschalig onderzoek van Effectory, uitgevoerd onder ruim 300.000 medewerkers in Nederland.
Een derde van de Nederlanders vindt dat er efficiënter gewerkt kan worden
Leidinggevenden veel positiever
Opvallend is dat leidinggevenden veel positiever oordelen over efficiëntie dan andere medewerkers. De stelling ‘de werkzaamheden in onze organisatie zijn goed georganiseerd’ scoort gemiddeld een 5,4. ‘Onze organisatie maakt op een efficiënte manier gebruik van haar middelen’ wordt beoordeeld met een 5,1. Onder leidinggevenden scoren deze stellingen hogere cijfers, namelijk een 6,9 en een 6,7.
Het totaalplaatje
Waar komt dit verschil vandaan? Guido Heezen, directeur en oprichter van Effectory, legt dit uit. “Leidinggevenden werken aan de coördinerende kant van de organisatie en zijn er sterk op gericht om efficiëntie te vergroten. Zij verlangen, hopen en willen dat de organisatie soepel functioneert. Ze zullen stellingen over dit onderwerp minder snel negatief beoordelen, omdat ze daarmee twijfels uiten over het succes van hun eigen werk. Verder hebben leidinggevenden vaak een beter beeld van het totaalplaatje van de organisatie, waardoor ze gemakkelijker begrijpen waarom er soms minder efficiënt gewerkt wordt. Bijvoorbeeld tijdens een veranderingsproces.”
Expert in de praktijk
“Medewerkers daarentegen zitten vol in de praktijk”, licht Heezen toe. “Ze merken soms dat het ze niet goed lukt om efficiënt te werken. Bijvoorbeeld omdat ze last hebben van regeldruk, procedures of protocollen. Of omdat ze te maken hebben met een manager die telkens andere dingen verwacht. Informatie over het doel en de inrichting van de organisatie bereikt ze niet altijd, waardoor ze zich sneller kunnen storen aan inefficiënties of zaken waardoor ze hun werk niet lekker kunnen doen. Medewerkers zijn expert op hun vakgebied en weten gedetailleerd wat er daarin beter, handiger of slimmer kan.”
Kenniskloof
Er is dus een kenniskloof tussen leidinggevenden en medewerkers. “De kunst is om in gesprek te raken met elkaar en die kennis te verenigen”, vervolgt Heezen. “Dat helpt om het grotere plaatje beter te begrijpen en tegelijkertijd zaken aan te scherpen die efficiënter kunnen.”