In Europa blijken Italianen en Engelsen het meest op het werk te discrimineren. In Italië voelt maar liefst 1 op de 7 medewerkers zich gediscrimineerd op geslacht. Van de Engelse medewerkers geeft 1 op de 10 aan zich weleens gediscrimineerd te voelen op basis van huidskleur, geloof of achtergrond. In Nederland komt discriminatie weinig voor, slechts 2,4% van de medewerkers voelt zich weleens gediscrimineerd op huidskleur, geloof of achtergrond en 2,7% voelt zich gediscrimineerd op geslacht. Dit zijn de laagste percentages in Europa.
Italianen en Engelsen discrimineren het meest op de werkvloer
Deze cijfers blijken uit een onafhankelijk Europees onderzoek van Effectory, Nederlands marktleider op het gebied van medewerkersonderzoek. Hiervoor zijn in 2010 ruim 2.800 medewerkers uit acht Europese landen ondervraagd.
“Nederlandse medewerkers zijn over het algemeen mondig ingesteld en laten zich niet de kaas van het brood eten”
Huidskleur, geloof en achtergrond
Guido Heezen, directeur van Effectory: “We zien dat Nederland het goed doet in vergelijking met de rest van Europa. In onze buurlanden zien we lagere scores, zo voelt 8% van de Duitsers zich weleens gediscrimineerd, 7% van de Fransen en 5% van de Belgen. Wordt er in Nederland harmonieuzer samengewerkt of voelen medewerkers zich hier minder snel gediscrimineerd? Een waterdichte verklaring voor de gevonden verschillen is er niet, maar het lijkt erop dat de multiculturele samenleving op de Nederlandse werkvloer succesvol is. Eigenlijk mogen we best trots op ons land zijn vanwege het bieden van deze positieve werksfeer. Dat blijkt in veel Europese landen niet zo vanzelfsprekend te zijn.”
Mannen en vrouwen
En hoe zit het met discriminatie op basis van geslacht? Heezen: Na hekkensluiter Italië zien we ook hier de Engelsen terug met een negatieve score: 11% van de medewerkers voelt zich weleens gediscrimineerd op dit gebied. Duitsland volgt hierna met ruim 9% en Spanje met ruim 8%. Wellicht speelt hier onze open organisatiecultuur een rol. Nederlandse medewerkers zijn over het algemeen mondig ingesteld en laten zich niet de kaas van het brood eten. Sterker nog: ze zitten juist tussen collega’s, managers en de werkgever hun broodje kaas op te eten. In andere landen zien we dat organisaties veel hiërarchischer zijn ingericht, waardoor mensen minder open en direct richting hun manager of werkgever durven zijn. Met name vrouwen trekken dan vaker aan het kortste eind als het om gelijke carrièrekansen gaat.”