Medewerkers in de zorgsector zijn ambitieus en leergierig. De stelling ‘Ik wil me ontwikkelen binnen mijn vakgebied’ scoort in de zorgsector gemiddeld een 8,2. Landelijk scoort deze stelling een 7,9. Toch beoordelen zorgmedewerkers hun doorgroeimogelijkheden met een onvoldoende, een 5,3. Dat blijkt uit recent onderzoek van Effectory, uitgevoerd onder 150.000 zorgmedewerkers.
Zorgmedewerker heeft ambitie, maar mist doorgroeimogelijkheden
Er is dus een mismatch tussen de wil van medewerkers om zich te ontwikkelen en de mogelijkheden die zorgorganisaties hierin kunnen bieden. Waarom is het belangrijk om hier aandacht aan te besteden? Kim Hofmeester, zorgconsultant bij Effectory, legt dit uit. “Aandacht voor de ontwikkeling en gezonde doorstroom van medewerkers is heel waardevol. Je stimuleert dan mobiliteit in je organisatie en dat is nodig om scherp en alert te blijven.”
Veel loyale medewerkers
In de zorgsector werken veel loyale medewerkers en is het verloop laag. 83% van de medewerkers wil graag bij zijn of haar organisatie blijven werken en hier stappen maken. “Voor deze groep zijn ontwikkelingsmogelijkheden essentieel om met plezier aan het werk te blijven”, gaat Hofmeester verder. “Maar regelmatig horen we nog verhalen van medewerkers die hun loopbaanwensen niet goed bespreekbaar durven maken. Want geef je eenmaal aan dat je meer ambieert dat je huidige functie, dan stel je je toch kwetsbaar op. Medewerkers zijn soms bang dat hun huidige rol dan niet lang meer houdbaar is.”
Een actieve rol voor HR
Hoe kunnen organisaties hier dan het beste mee omgaan? “HR kan een actieve rol nemen in het stimuleren van gesprekken over mobiliteit”, legt Hofmeester uit. “Als HR open en eerlijke gesprekken initieert met medewerkers, zonder directe consequenties, is dat ontzettend waardevol. Hierin kunnen medewerkers aangemoedigd worden om zelf na te denken over hun loopbaanwensen, binnen of eventueel buiten de organisatie. Een gezonde doorstroming in het oog houden is heel essentieel voor om de organisatie duurzaam succesvol te houden.”